Leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Home / Leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Er zijn tal van risicofactoren gekend voor het ontwikkelen van LMD. Leeftijd is de grootste risicofactor. Naast familiaal voorkomen van LMD, zijn roken (risico x3), vrouwelijk geslacht, overgewicht en te hoge bloeddruk gekende risicofactoren.  

Er zijn 2 vormen van LMD: de droge en de natte vorm. 

Droge LMD is de meest voorkomende vorm en evolueert in meerdere stadia.

In een vroeg statium gebeurt er een opstapeling van gelige afvalstoffen, ook wel drusen genoemd, in de onderste lagen van het netvlies. Drusen kunnen variëren in grootte en aantal, en worden beschouwd als een natuurlijk deel van het verouderingsproces in het oog. Over verloop van tijd nemen deze drusen toe tot een stadium van gevorderde LMD. Dit is een langzaam proces. In gevorderde LMD zorgen het teveel aan drusen voor een verlies van lichtgevoelige cellen in de gele vlek van het oog. Dit zorgt voor scherptezicht problemen. 10 tot 15% van de droge vorm gaat over in de natte vorm van LMD. 

 


Bij natte LMD ontstaat er een abnormale groei van bloedvaten onder de gele vlek, met lekkage van vocht en bloed tot gevolg. Dit zorgt voor het zien van gekromde lijnen en vlekken in het centrum van het gezichtsveld. In tegenstelling tot droge LMD kan de natte vorm snel evolutief zijn en littekenweefsel doen ontstaan met onherstelbare schade van het scherptezicht.

 

  • Ontstaan van een wazige of donkere vlek in het centrum van het zicht 
  • Ontstaan van kromme lijnen
  • Niet herkennen van gezichten 
  • Moeilijk onderscheiden van kleuren 
  • Verminderen van contrast 
  • Werken op korte afstand (vb. lezen, naaien) wordt moeilijker

Droge vorm

Op heden is er geen behandeling om de ziekte te genezen. Het minimaliseren van de risicofactoren kan de snelheid van progressie vertragen. Er wordt aangeraden niet te roken, een gezond lichaamsgewicht na te streven, bloeddruk te controleren en een gezond en gevarieerd dieet (groene groenten, fruit en omega-3 vetrijke vis) aan te houden.  Bepaalde voedingssupplementen verminderen het risico op het ontwikkelen van een gevorderde vorm van de aandoening.

Opvolging bij een oogarts is van belang gezien de droge vorm kan evolueren naar een natte vorm. 

Natte vorm

De behandeling van de natte vorm bestaat uit het afremmen van de groei van slechte bloedvaten door het toedienen van een intravitreale injectie met anti-VEGF (vascular endothelial growth factor). Dit gebeurt door een kleine hoeveelheid medicatie te injecteren in de gel (vitreum) van het oog. Na een opstartperiode van drie maand (maandelijkse injectie) wordt een individueel behandelingsplan uitgewerkt volgens het treat & extend principe.  

De behandeling kan de progressie van de natte vorm vertragen/stabiliseren. Na opdrogen van de letsels kan in sommige gevallen het scherptezicht verbeteren. 

Het gaat hier om een chronische  behandeling die continue opvolging vereist.

Intravitreale injectie

Via een intravitreale injectie wordt een kleine hoeveelheid medicatie toegediend in de gel van het oog ter behandeling van verschillende soorten netvliesaandoeningen. 

De meeste injecties gebeuren met anti-VEGF : Lucentis (ranibizumab) , Eylea (aflibercept) en Avastin (bevacizumab).  Soms zijn corticoiden geïndiceerd.

De procedure gaat door in een speciaal hiervoor uitgeruste  ruimte in het oogcentrum. Er wordt aangeraden met een chauffeur of met het openbaar vervoer te komen, gezien u de eerste uren na de procedure een wazig zicht kan hebben.  

 

De injectie duurt enkele minuten. Het oog wordt ontsmet en verdoofd met druppels. U ervaart een drukgevoel bij de prik. 

Na de injectie kan u een droogtegevoel ervaren. Het toedienen van kunsttranen of zalf verlicht deze klachten. 

Complicaties zijn zeer zeldzaam. 

Indien u 24 uur na de injectie nog hinder ondervindt, zoals roodheid, pijn of verminderd zicht is het aangeraden uw oogarts te contacteren.